Houd de Bonifatius in Ere!
Geschiedenis

Geschiedenis

De neogotische Bonifatiuskerk werd gebouwd naar ontwerp van de befaamde architect P.J.H.Cuypers tussen 1882-1884.
De kerk staat op afstand de voorstreek, op grondgebied van vrouwe ‘Juliana Agatha baronesse thoe Schwartzenberg en Hoheblandsberg’ die het aan de aannemer verkocht.Daarmee ontstond de unieke kans om een grote kerk te kunnen bouwen in stedelijk gebied die ook nog eens georiënteerd stond richten het Oosten.

Cuypers ontwierp voor de Bonifatiusparochie een grote kruisbasiliek met een 84 meter hoge westtoren. De afstand tot de openbare weg en de ongelukkige geschiedenis van Leeuwarden met kerktorens zal vast van invloed zijn geweest op het grootste ontwerp, alsmede de ruime financiële mogelijkheden die de katholieke middenstand en zakenlieden binnen de parochiegrenzen bood.
In 1884 werd de kerk ingewijd door de bisschop van Utrecht, waartoe het toenmalig katholieke Noorden van Nederland behoorde. De kerk bezat nog geen glas in lood, het interieur was verre van af, ook een nieuw orgel zat er nog niet in.
De kerk mag beschouwd worden als een hoogtepunt uit Cuypers oeuvre. De uitvoering is geheel in (fabrieks)baksteen, de kapitelen van de pilaren en gewelfaanzetten zijn uitgevoerd in zandsteen. Bijzonder aan de kerk zijn de 4 rozetvensters, de versiering van gekeurde bakstenen in schoon metselwerk, en niet te vergeten de Oostpartij, waar Cuypers in geniaal stukje vakmanschap leverde op een klein oppervlak. Als een tent, een ciborie onderstrepen de gewelven en de zandstenen pilaren de heiligheid van het tabernakel.
Het interieur werd de daarop volgende decennia steeds verder verrijkt waaronder de tegelvloer, glas in lood van de zijbeuken en bovenlichten, doopvont, orgel, banken en de Piëta nabij de doopkapel. Van de oude schuilkerk bleef de preekstoel behouden alsmede het smeedwerk dat op hoogtijdagen op de altaren prijkt. Bij de ingang hangt een schilderij van Willibrord uit het einde van de 18e eeuw afkomstig uit de gelijknamige schuilkerk.
In 1899 werd een nieuw orgel geplaatst, dat op haar beurt werd vervangen door een nieuw orgel in 1942. In 2021(!) is ook dat orgel vervangen voor het huidige grote Adema-orgel dat langzaam maar gestaag bekendheid verwerft.

In de jaren 60 van de 20e eeuw hadden veel binnenstad parochies te maken met leegloop, niet zozeer de de beginnende ontkerkelijking maar vooral door de leegloop van de binnenstad als woongebied. In de wijken rondom de binnenstad ontstonden nieuwe parochies. Voor de Bonifatiusparochie werd de kerk een blok aan het been.
Voor de kerk brak toen haar 1e periode van onzekerheid aan. Veel neogotische kerken werden in die periode gesloopt, in het naoorlogse Nederland werden (en soms worden) dit soort triomfantelijke katholieke kerken niet zo gewaardeerd, met name in eigen kring. Vanuit de parochie kwam dan ook toen weinig verzet.
Uiteindelijk is de kerk gered door de burgerij, de tijdgeest en een paar enthousiaste mensen die de Stichting Bonifatiustoren vormde. Aanvankelijk om alleen de toren de redden, maar later dus het gehele complex overnam van de parochie. Zo overleefden kerk en parochie haar eerste test.

In 1976 waaide de torenspit van de onderbouw bij een grote orkaan. Leeuwarden was haar fiere toren kwijt, en er brak een 2e fase van ‘strijd’ aan voor behoud van het complex. Ook deze test werd doorstaan en zo kon in 1980 de gereconstrueerde torenspits herplaats worden.
In de decennia erna bleef de kerk in gebruik bij de parochie, en na de fusie van de Leeuwarder parochies bleef de kerk in gebruik als stadskerk. Een bescheiden periode van bloei brak in die periode aan, mede door nieuwe kerkgangers uit allochtone groepen, studenten en ‘zijinstromers’ (bekeerlingen, zoekers, randkerkelijken enz). Tot op de dag van vandaag maken deze mensen een substantieel deel uit van de kerkgangers en vrijwilligers.

De laatste jaren kent de Leeuwarder parochie een krimp in betrokkenheid en ledenaantal. Vooral het eerste is sinds de coronaperiode pijnlijk zichtbaar geworden. Hoewel het aantal vrijwilliggers rondom het gebouw aardig op peil bleef, daalde de kerkgang en betrokkenheid in het pastoraat en liturgie.
En dan breekt nu de 3e fase van onzekerheid aan. Redde de 1e fase het gebouw, de 2e de de toren, deze 3e fase staat in het teken van haar functie. Gaan we de kerk als gewijde kerk opgeven en daarmee mee in de algemene trend die de komende jaren zeker driekwart van alle kerken ondergaat, of gaan we zoeken naar nieuwe wegen om de kerk voor de stad, parochie én zoekers open te houden als gewijde ruimte waar gebeden kan worden, liturgie gevierd kan worden, en wat al niet meer passend is.
Een kerk die over de voltooide ontkerkelijking heen kijkt en een getuige mag blijven van de boodschap, of slechts een lege huls zoals onze samenleving lijkt te zijn geworden? Ook ver in de 21e eeuw heeft deze kerk meer waarde dan alleen een monument van steen, ze verdient levende getuige te blijven van wat onze stad mede heeft gevormd.

gebruikte bronnen:
P.H.J.Cuypers Het complete werk. – NAI Uitgervers. ISBN:978-90-5662-573-3
Pierre Cuypers. – A.J.C. van Leeuwen -ISBN:978-90-400-8401-0
Van Vitus tot Titus – Titus Brandsma Parochie – ISBN:978-90-814830-1-8